Sticky rib fingers

Bereidingswijze

- Verwarm de barbecue voor op 150 °C. Week intussen twee handjes rookhout 10 á 15 minuten in water en strooi de houtsnippers over de gloeiende kooltjes in de barbecue.

- Snijd de ribben in ‘vingers’ en leg ze op het indirecte deel van de barbecue (daar waar geen kooltjes liggen). Rook de ribben ca. 40 á 45 minuten en haal ze van de barbecue.

- Snijd de bosui in stukjes van ½ cm. Snijd de gember in dunne plakjes en hak de knoflook grof.

- Verhit een gietijzeren pan en doe er een scheutje olie in. Doe hierin het steranijspoeder, de peperkorrels, bosui, knoflook, gember en chilipoeder en bak dit kort aan.

- Voeg er dan de sojasaus, ketjap, bouillon, sherry (optioneel), rijstazijn en 1 el honing aan toe. Roer goed door, laat ca. 1 minuut koken en doe er dan de gerookte ribben bij.

- Sluit het deksel van de pan én van de barbecue en breng de temperatuur terug naar 120 °C. Stoof de ribbetjes in ongeveer anderhalf uur gaar en roer af en toe door.

- Haal de gare ribben uit de pan en zeef de marinade (kookvocht). Doe 1/3 deel van de marinade terug in de pan en voeg hier de bruine suiker, ketchup en de resterende honing aan toe.

- Kook dit in tot een dikke siroop en bestrijk hiermee rijkelijk de ribben. Verwarm de noedels in het restant van het (niet ingekookte) marinadevocht.

- Haal de noedels uit de marinade en leg op een bord. Leg hierop de gelakte ribbetjes en bestrooi met wat bosui.