Groenekoolrolletjes uit de oven
4 personen
Gemiddeld
65 minuten
Hoofdgerecht
Ingrediënten
4 personenBereidingswijze
- Snijd de bosuitjes in dunne ringetjes.
- Hak de dille fijn.
- Breng in een grote pan water aan de kook.
- Maak 12 grote bladeren van de kool los.
- Snijd de harde stronk weg.
- Leg drie tot vier koolbladeren tegelijk in het kokende water en laat je in een tot twee minuten soepel worden.
- Leg de bladeren met een schuimspaan in een vergiet en spoel ze direct af onder koud stromend water.
- Laat ze uitlekken.
- Verwarm de oven voor op 175°C.
- Maak het gehakt in een kom los met een vork.
- Strooi de gehaktkruiden, het zout en de havermout erover.
- Breek het ei erboven en voeg de bosui en dille toe.
- Meng alles door elkaar.
- Verdeel het gehakt in drie porties per persoon en vorm deze tot worstjes van vijf cm lang.
- Spreid de koolbladeren uit op het werkvlak, met de inkeping waar de stronk zat naar beneden.
- Leg op elk blad een gehaktworstje.
- Vouw de zijkanten van de bladeren over het gehakt en rol de koolbladeren dan van beneden naar boven stevig op.
- Leg de koolrolletjes met de naad naar beneden naast elkaar in de ovenschaal en schenk bouillon op de bodem.
- Schuif de schaal in de oven en laat de koolrolletjes in dertig tot vijfendertig minuten gaar worden.