Perentaart

Bereidingswijze

- Vet de taartvorm in met ½ eetlepel boter. Maak de rol bladerdeeg open, rol het deeg uit. Halveer het deeg en leg 1 stuk in het midden van de vorm. Snijd de rest van het deeg in repen van 6-8 cm en leg deze langs de rand van de vorm. Laat deze stukken elkaar iets overlappen en zorg dat de hele vorm goed bedekt is met deeg. Druk de randen deeg goed op elkaar. Zet de vorm met deeg tot gebruik in de koelkast.

- Boen de sinaasappel schoon onder stromend water en rasp de oranje schil eraf. Halveer de sinaasappel en pers de helften uit. Maak de druiven van het trosje los.

- Snijd de peren in de lengte elk in 4 parten. Schil de parten met een dunschiller en snijd de klokhuizen weg. Wrijf de parten in met sinaasappelsap. Hiermee voorkom je dat de parten bruin verkleuren.

- Verwarm de oven voor op 200°C. Doe de boter, suiker, 2 eetlepels sinaasappelsap en eieren in een kom en mix ze met de handmixer op de hoogste stand tot een romig, bijna wit mengsel. Spatel de bloem en het sinaasappelrasp erdoor.

- Neem de taartvorm uit de koelkast. Schep het romige mengsel in de deegbodem en strijk het over de hele bodem uit.

- Leg de parten peer in een cirkel in de vorm met de smalle kanten naar het midden, de brede kanten naar buiten. Zo vormen ze samen een bloem. Leg in het midden een paar druiven als hart van de bloem en verdeel de rest van de druiven langs de taartrand tussen de parten peer.

- Schuif de taartvorm op de onderste richel in de oven en bak de taart in 30-35 minuten goudbruin en gaar. Laat de taart in de vorm afkoelen. Verwijder de rand en zet de taart op een schaal of plank.